top of page
Writer's pictureDonna Straver

Lage erfbelasting past niet in een samenleving die strijd voor gelijke kansen

In de huidige maatschappij wordt er gepredikt dat hard werken loont, en dat waar mensen in de samenleving belanden hun eigen doen is. Iedereen heeft immers gelijke kansen. Men kan afvragen in hoeverre dit past in het waarheidsbeeld. Er worden vele maatregelen getroffen om kansengelijkheid te bevorderen, denk aan de beschikbaarheid van toeslagen, beurzen voor studenten, etc. Toch is de huidige generatie voor het eerst sinds de tweede wereldoorlog minder welvarend dan hun ouders. Waarom, als gelijke kansen centraal staan, is de erfbelasting nog steeds zo laag?


We leven in een maatschappij die gelooft in het idee van de meritocratie, mensen die goed zijn in hun baan en ‘hard’ werken, verdienen de financiële beloning die daarbij past. Deze financiële beloning zou onder andere nodig zijn om mensen aan te moedigen om hun best te doen en productief te zijn. Waar er vraagtekens geplaatst kunnen worden bij het principe van de meritocratie, is het in ieder geval niet toe te passen op het erf proces. Naast een (goede) relatie onderhouden met hun ouders, doen erfgenamen in principe niks voor het ontvangen van een erfenis. Dus waarom zouden ze het verdienen?


Veel mensen geloven in het idee dat het een mogelijkheid moet zijn om ons vermogen te geven aan de volgende generatie. Het is als het ware een moreel recht. Het ‘verdienen’ ervan wordt als irrelevant gezien. Als de betreffende overleden persoon het geld wilde nalaten aan zijn of haar kinderen, dan moet dat kunnen. Echter, wat bepaalt wat belangrijker is? De gelijke kansen van de nieuwe generatie, of de wensen van de overledenen?


Dit heeft allemaal te maken met een dieper aspect van de meritocratie, en de mechanismen erachter. Werkt het wel zoals het zou moeten werken? En al leven we echt in een pure meritocratie, is dat een wenselijke samenleving? Ik ga daar in een ander artikel verder op in, maar de basis is onmisbaar in deze discussie. In de meritocratische samenleving, hebben mensen het namelijk aan henzelf te danken als ze in de armoede leven, en de rijken hebben het allemaal helemaal zelf verdiend. Dat idee helpt bij de rechtvaardiging van het ‘recht’ om opgebouwd vermogen door te geven aan het nageslacht. Er zijn genoeg hardwerkende mensen die geen mogelijkheid hebben om iets na te laten aan hun kinderen, of die zelfs schulden achterlaten (die gelukkig altijd geweigerd kunnen worden).


In Nederland krijgt 50% van de bevolking nooit een erfenis. Ook valt het overgrote deel van de erfenissen onder de vrijstelling, wat 23 duizend euro voor kinderen bevat. Daarnaast, ondanks dat de erfbelasting 20% is, betalen erfgenamen die meer ontvangen ongeveer maar 8% belasting. En toch willen grote delen van de bevolking niet denken aan een hogere belasting op erven. Ook de meeste partijen in de Tweede Kamer willen geen woorden vuil maken aan dit gevoelige onderwerp, en bleef het uit de partijpunten.


De meerderheid van de mensen is er principieel op tegen en noemen het vaak oneerlijk. Je betaalt immers tijdens je hele leven al belasting, en wat je overhoudt om door te geven wordt nog een keer belast? Schandalig! Deze mensen lijken niet te snappen dat de overledene niet bepaald bewust meemaakt dat zijn vermogen iets krimpt, en dat het de erfgenamen zijn die de verrassing, zonder ‘hard werken’, op hun bankrekening verwelkomen. Als mensen de belasting meer vanuit de blik van de ontvanger zouden bekijken, is het moeilijk om niet voor de erfbelasting te zijn.


Belasting op arbeid is op dit moment gemiddeld 37,5 procent. De al betwistende geloofwaardigheid van de meritocratie valt in duigen als belastingen op vermogen en erven lager blijven dan de belasting op arbeid. Voor de realisatie van gelijke kansen kan een betere verdeling van geld niet uitblijven. Het kan niet zo zijn dat ‘goed’ geboren worden de doorslaggevende factor is bij iemands positie in de maatschappij.


Ja, je kan tegenwoordig stijgen op de vermogens ladder, maar niet zonder enorme toewijding en geluk. Onder het mom van gelijke kansen wordt de mogelijkheid tot opwaartse mobiliteit groots overschat in de huidige samenleving. De baten van hard werken blijven uit en zonder een betere vermogensverdeling blijven deze gelijke kansen een fabel. We moeten af van het idee dat mensen doorgegeven geld ‘verdienen’ en de erf- en vermogensbelasting verhogen. Misschien wordt het ideaal van de meritocratie dan net iets geloofwaardiger.


69 views0 comments

Comments


bottom of page